Ik herhaal de titel: bloei  boven groei. Klein of grote tuin? Maakt niet uit. Maar een bloeiende tuin, die heb je gezien. Daar kan je gelukkig zijn. Eigenlijk moeten we daar met onze planeet naartoe: bloei boven groei.

We zijn, zeker in Vlaanderen maar eigenlijk in heel Europa, boven onszelf uitgegroeid. We zijn zo hard gegroeid de laatste 200 jaar dat onze wielen van de kar draaien. Het systeem wankelt. Die hoer, de politiek, verkneukelt zich nog achter de paravent van binnenkamertjes over (niet-bestaande) macht en de illusie van heerschappij. Ze verdrinkt zichzelf in goedkope ruzietjes en heeft ondertussen elke oorspronkelijke deugdzaamheid verkocht als een veel te goedkoop genotsmiddel, als een misselijk makende drug.

We trappen er met zijn allen nog dagelijks in…

Bloei boven groei


Maar er is leven en er is hoop. Ik zie het overal. Mensen ergeren zich kort aan die leugentjes van elke dag en gaan dan verder op pad. Wij, de gewone mensen van de straat, leven nu van creativiteit, van lol trappen en van het zorgen voor elkaar, tot elke prijs.

Achter het misselijkmakende geluid van de nieuwsberichten en de stemmingmakerij, hoor ik een prachtig lied. Het zijn mensen die samenwerken. Die nadenken hoe het beter kan. Mensen die een heel klein beetje de wereld redden door bijvoorbeeld hun eigen oplossingen te verzinnen voor, ik zeg maar iets, minder luchtvervuiling of proper water in de rivieren. Of kleine ondernemers die willen dat de mensen met wie ze samenwerken ook hun gading vinden in de winst die ‘hun’ onderneming maken.

En dan moeten we ‘winst’ wel eens duiden. Eén van de eerste dingen die je leert op een vorming over human resources (menselijke bronnen, ik vind dat een prachtige uitdrukking), is dat geld vaak niet de drijfveer is van werknemers of medewerkers. Natuurlijk moeten mensen ‘genoeg’ hebben, dat is evident. Het ‘genoeg’ is immers de zekerheid dat zelfs de grootste tegenslag kan overwonnen worden.

Bovenal wil de medewerker deel zijn van het geheel, zich erkend voelen in de taak die zij of hij toebedeeld krijgt. In het beste geval kan de medewerker in een bedrijf zichzelf en een stukje dromen realiseren. Wij, burgers, verwachten dit van het werk dat we doen, van het gezin dat we liefhebben en evenzeer van de maatschappij waar wij deel van uitmaken.

En als de leiders het niet meer zien, zich verkneukelend in hun eigen ellendige haantjesgedrag, dan moeten we het zelf doen. Wij, hier, op de vloer. Wij, samen, op de straat. Wij, hand-in-hand, met ons gezin. Wij, alleen, met onze creativiteit en onze goesting om goed te doen. Wij, de menselijke bronnen.

” Bovenal willen we deel zijn van het geheel en ons erkend voelen .”


Wist je dat geld een uitvinding is en ergens 700 jaar voor Christus ontstond? De Chinezen kenden geld, de Lydiërs (Turkije) en de Perzen (Iran/Irak) ook. De Feniciërs (Libanon), bankiers van de Oudheid, exporteerden het idee ‘geld’ naar ons toe en nu is het ‘onze’ Heilige Koe. Een idee dat onze leefwereld gaan beheersen is. Ik herhaal: geniale uitvinding, dat geld. Maar het is een uitvinding, punt.

Ergens in de geschiedenis door de toenmalige Marc Zuckerberg als bij toeval uitgevonden als oplossing voor een probleem, nl. dat ruilhandel op lange afstand niet echt werkbaar meer was in een wereld waar de scheepvaart vooruitging en de contacten tussen mensen en continenten groeide. Die groei heeft ons veel bijgebracht. Na de Tweede Wereldoorlog heeft het Vlaanderen en Europa de welvaart gebracht en die evolutie is elders op de wereldbol ook nog volop bezig.

Men noemt het ‘ontvoogden’ met een lelijk woord. De mens realiseert zichzelf en leert langzaam opstaan uit de miserie. We zijn er nog niet, ook niet in Vlaanderen (cfr. de opnieuw stijgende armoedecijfers). Groei is dus gerechtvaardigd. Voor zover ergens een eerlijke herverdeling en aandacht voor de zwaksten onder ons als prioriteit geldt.

Geld beheerst onze leefwereld. Maar geld is en blijft iets wat mensen creëerden. Tegenover verstand, creativiteit, liefde en zorgzaamheid: dat zit in ons. Net als vijandschap en gramschap trouwens, maar dit geheel terzijde. Mijn punt is dat we het idee ‘geld’ en de ongebreidelde groei, het gevolg van dat idee, nu keihard tegenkomen. De planeet maar ook ons maatschappelijk systeem en zelfs onze hersenen en onze gezondheid kunnen die groei niet meer aan. Het bewijs is er: het systeem loopt spaak.

” Maatschappelijke inspanningen beginnen bij onszelf … ze kunnen heel groot worden.”


Moeten we daarom allemaal in lompen gekleed terug naar de bedelstaf en de periode Daens 1901? Natuurlijk niet. Maar we moeten terug naar de menselijke bronnen. Winst in geld is één ding. Maar ik zie ook winst in ‘graag iets doen’, winst in ‘mooie  en ongerepte natuur’, winst in ‘allemaal vriendelijke mensen in het dorp’, winst in ‘kunst en muziek waar je dat niet verwacht’, winst in ‘ontroering’, winst in ‘dat gevoel als je op 11 november op het kerkhof ronddoolt met de gedachte dat de ziel van die verdwenen mensen nog leeft in jouw geest en in materie rondom jou’, winst ten slotte in ‘het opgroeien van een kind en zien dat leren zo’n spannend mooi proces is’.

Leren omgaan met veel identiteiten, soms zelf verschillende identiteiten (moeten/kunnen/mogen) dragen en kunnen verdragen dat er ook andersdenkenden zijn. Je leert iets bij. Of je leert dat jouw mening toch zo slecht niet is. Je zoekt naar de bron van meningen en uit discussie ontstaan nieuwe inzichten en respect.

Ik kan nog 1.000 relevante winsten verzinnen en alle 1.000 zijn ze maatschappelijke inspanningen waard. Veel meer dan tonnen poen. Die maatschappelijke inspanningen beginnen bij onszelf en kunnen als kleine inspanning heel groot worden.

Enkele voorbeelden? Ik zie langs de baan de mooie reclameborden ‘Control Cruiser’ staan. Als we allemaal wat meer ‘Control Cruisers’ worden, maken we vanzelf de weg naar school veilig voor onze kinderen. Dat is toch evident? Dat is toch… winst? We kopen op de markt of op de boerderij vlakbij, we kopen voedsel van bij ons, kweken zelf zaken in de moestuin en we drinken water uit de waterleiding zodat minder kamions uit Spa moeten komen en we zelf minder naar de dokter moeten. Is dat geen… winst?

We ruimen op, we sorteren, we vermijden afval als dat kan en we gooien geen brol op straat. Is dat geen… winst? We vegen voor eigen deur, quoi? Ik noem het geen winst, ik noem het bloei. Een propere wijk, een dorp vol vriendelijke mensen en nog veel kleine winkels, een florerende stad met een ruim assortiment aan slagers, bakkers, horeca, kledingszaakjes met leuke spulletjes en kinderen die er op straat spelen zonder bang te zijn van voorbijflitsende auto’s. Utopie? Dan hebben ze in Nederland toch al goed werk geleverd, de laatste jaren. We lopen achter, jongens en meisjes.

Maar niet getreurd.
Wie de klik maakt en kiest voor ‘bloei boven groei’ zal in de lente lachend opstaan.
Wat ons project Angär in Kaprijke ons leert is dat bloei dichtbij is. Heel dichtbij. Je hoeft alleen maar even de ogen te openen en klaar te kijken.

Bart Van Damme

Similar Posts